Allergenenwetgeving

Update 8 april 2017  

Met dank aan Astrid Vanoppen en Katrien Wellens, gespecialiseerde diëtisten.

Sedert 13 december 2014 is de nieuwe allergenenwetgeving van kracht. Deze schrijft voor dat de allergenen duidelijk te onderscheiden op het etiket vermeld moeten worden; dit kan bijvoorbeeld door gebruik van vetgedrukte woorden,onderlijning of HOOFDletters.

In de nieuwe verordening wordt eveneens opgelegd dat de allergeneninfo ook beschikbaar moet zijn voor alle niet-voorverpakte levensmiddelen. Denk aan bakkerijen, slagers, traiteurs, supermarkten, restaurants, hotels, etc. Elke Europese lidstaat mag zelf bepalen op welke manier deze allergeneninfo aan de consument bezorgd wordt; in België mag de informatie omtrent allergenen mondeling worden meegedeeld op voorwaarde dat aan de volgende eisen is voldaan :

  • De informatie moet op elk moment op verzoek van de consument kunnen worden bezorgd.
  • Er moet een interne procedure worden uitgewerkt zodat er kan worden verzekerd dat de informatie correct meegedeeld wordt.
  • Deze procedure is schriftelijk aanwezig in de vestiging en is gemakkelijk toegankelijk voor personeel en controlerende autoriteit.
  • Het betrokken personeel moet opgeleid worden over deze procedure en over de risico's verbonden aan voedselallergieën en intoleranties.Indien aan deze voorwaarden niet voldaan is, moet de informatie schriftelijk worden vermeld. De controle wordt verzekerd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV).De voedselwarenwet van 2003 (die in 2006 aangevuld werd met de laatste twee categorieën) beschrijft dat volgende 14 allergenen verplicht op de verpakking vermeld moeten worden:
  1. Glutenbevattende granen: tarwe, rogge, gerst, haver, spelt, kamut
  2. Schaaldieren
  3. Eieren
  4. Vis
  5. Pinda
  6. Soja
  7. Melk (inclusief lactose)
  8. Noten: amandelen, hazelnoten, walnoten, cashewnoten, pecannoten, paranoten, pistachenoten en macadamianoten
  9. Selderij
  10. Mosterd
  11. Sesamzaad
  12. Zwaveldioxide en sulfiet bij concentraties van meer dan 10 mg SO2 per kilo of liter
  13. Lupine
  14. Weekdieren

Wat verstaan we onder ‘verplichte vermelding van glutenbevattende granen’?

De glutenbevattende granen moeten vermeld worden ongeacht de vorm waarin ze voorkomen; dit is meestal als ingrediënt, maar ook als ‘verborgen’ allergeen (vb. als technologische hulpstof of additief). Dus de vroegere 25% regel is 0% geworden in 2008. Het gaat hierbij om:

  • De granen van de zes vermelde soorten (tarwe, rogge, gerst, haver, spelt, kamut),
  • De granen van hybride soorten van deze zes voorgaande graansoorten,
  • Producten op basis van bovenstaande granen.

Zijn er drempelwaarden voor gluten of moet de fabrikant écht alles vermelden?

De drempelwaarde is de minimale hoeveelheid die een reactie kan/zal uitlokken (vergelijk met de ‘LD50’ dosis voor toxische stoffen; dit is de dosis per kg lichaamsgewicht die de helft van de proefdieren doodmaakt). Volgens de Europese Food Safety Authority (EFSA) op 25 maart 2004, is er onvoldoende wetenschappelijk bewijs om drempelwaarden vast te stellen voor voedselallergenen.

  • Een kleine hoeveelheid van een allergene stof in een product is dus geen reden om deze niet te etiketteren. Dit geldt ook voor gluten.
  • De norm voor glutenvrije producten van de Codex Alimentarius (20 ppm) mag niet gebruikt worden om te bepalen of etikettering noodzakelijk is.
  • Alleen de producten genoemd in Richtlijn 2005/26/EG mogen uitgezonderd worden van etikettering (zie volgende punt).

Welke producten afgeleid van glutenbevattende ingrediënten zijn veilig en moeten bijgevolg niet op het etiket vermeld worden? (Richtlijnen 2005/26/EG en 2005/63/EG)

Producten afgeleid van glutenbevattende granen uitgezonderd van etiketteringsplicht:

  • glucosestroop op basis van tarwe, met inbegrip van dextrose
  • maltodextrine op basis van tarwe
  • glucosestroop op basis van gerst
  • granen gebruikt voor sterk alcoholische dranken (bvb whisky)

Verschillende wetenschappelijke onderzoeken werden beoordeeld door de European Food Safety Authority (EFSA) met als volgende conclusie: “Het is niet te verwachten dat maltodextrine, dextrose en glucosestroop op basis van tarwe of gerst een reactie geven bij mensen met coeliakie.”Maltodextrine en glucosestroop worden vervaardigt uit de zetmeelfractie van maïs, aardappel, tarwe of gerst; door intensieve hydrolyse wordt het zetmeel eerst omgevormd tot maltodextrine en vervolgens tot glucosestroop.Deze producten moeten bijgevolg niet op het etiket vermeld worden en vormen geen gevaar voor mensen met coeliakie.

Producten afgeleid van glutenbevattende granen niet uitgezonderd van etiketteringsplicht:

  • gehydrolyseerde tarwe gluten (en de wijnen die ermee geklaard worden)
  • zuur gehydrolyseerd tarwe-eiwit

Deze producten zijn meestal veilig voor de coeliakiepatiënt maar onveilig bij tarwe-allergie, en moeten dus welop het etiket vermeld staan.


Op welke wijze geeft de fabrikant de allergenen weer op het etiket?

  • In de ingrediëntenlijst, vb: tarwebloem, melkpoeder
  • Met de vermelding ‘bevat…’, vb: tarwe, melk
  • In de benaming van het product, dewelke verwijst naar het allergeen, vb: tarwebloem
  • Het moet een wettelijke en voor de consument begrijpelijke benaming zijn 

Glutaminezuur, glutaminaat of glutamaat

Dit zijn allen smaakversterkers (E620 t.e.m. E625) die vnl. gebruikt worden in hartige producten. De meest voorkomende in deze familie is mononatriumglutaminaat of MonoSodium Glutamate (MSG) in het Engels. Het gaat om de zogenaamde ‘vijfde smaak’ (naast zoet, zuur, zout en bitter), beter gekend als het Japanse woordumami, met een onmiskenbare nasmaak.MSG wordt al ruim 100 jaar industrieel gewonnen, eerst via hydrolyse uit oorspronkelijk zeewier maar snel daarop uit tarwegluten. In de jaren ’60 langs synthetische weg en vanaf de jaren ’70 via bacteriële fermentatie op vooral bijproducten van de suikerindustrie (melasse van biet- en rietsuiker, maar ook tapioca).  In zuivere vorm is het een wit kristallijn poeder. Het is glutenvrij.Het grootste onderdeel van het MSG molecuul is het aminozuur glutaminezuur:

  • Glutaminezuur is een bouwstof van eiwitten en is onmisbaar voor het menselijk metabolisme
  • Glutaminezuur wordt ook in het lichaam gemaakt en gebruikt, nl. in de zenuwen, waarin het gebruikt wordt als neurotransmitter

De MSG molecule komt van nature -buiten het zenuwstelsel van gewervelden- ook voor in vis, vlees, melk, vele groenten, parmezaanse kaas en in blauwschimmelkaas. Daarnaast wordt het systematisch toegevoegd aan bewerkte producten zoals worst, zoute crackers, bouillon, … in concentraties van 0,1% tot 0,8 %. Er zijn verschillende benamingen voor dezelfde stof die je kan terugvinden op de ingrediëntenlijst:

  • glutaminezuur of glutam(in)aat
  • MSG of mononatrium glutamaat
  • E621
  • Ve-tsin of Aji-no-moto (merknamen)
  • Umami

De andere glutamaten zijn evenzeer glutenvrije verwante smaakversterkers:

  • E620 glutaminezuur
  • E622 (mono)kaliumglutamaat
  • E623 calcium(di)glutamaat
  • E624 (mono)ammoniumglutamaat
  • E625 magnesium(di)glutamaat

Zijn E-nummers glutenvrij?

De letter E gevolgd door een drie- of viercijferig getal is de Europese voedselwarencode voor een ‘toevoeging’ of ‘additief’.  Het zijn allemaal zuivere stoffen of goed gedefinieerde mengsels en dus glutenvrij. Sommige van deze E-genummerde producten hebben meerdere verschillende functies: vb. sorbitol (E420) staat bij de stabilisatoren want het is een emulgator (houdt oplossingen tezamen) en ook een humectans (voorkomt uitdrogen), maar we komen het eveneens tegen in suikervrije kauwgom waar het dient als zoetstof.De lijst met E-nummers begint met gele kleurstoffen (E100–E109), gevolgd door oranjes (E110–E119), waarbij E110 een oranje-gele kleur is (‘zonnegeel FCF’). De ‘gele’ plekjes E108 en E109 zijn nog ongebruikt en zo ook de ‘oranjes’ E112–E119.

Indeling van de E-additieven:

  • Kleurstoffen E100–E199
  • Conserveermiddelen E200–E299
  • Anti-oxidanten en zuurteregelaars E300–E399
  • Geleermiddelen, verdikkingsmiddelen en stabilisatoren E400–E499
  • Zuurteregelaars, rijsmiddelen en antiklontermiddelen E500–E599
  • Smaakversterkers E600–E649
    • Glutamaten en guanylaten E620–E629
    • Inosinaten E630–E639
    • Overige E640–E649
  • Antibiotica E700–E713
  • Allerlei E900–E999
    • Glansmiddelen E900–E919
    • Meelverbeteraars E920–E929
    • Verpakkingsgassen E930–E949
    • Zoetstoffen E950–E969
    • Schuimmiddelen E990–E999
  • Nieuwe chemicaliën die hierboven nergens passen E1100–E1599
  • Gemodificeerde zetmelen E1400–E1451

In het vet gedrukt zijn additieven die op het eerste zicht gluten zouden kunnen bevatten; de eerder besproken glutamaten en de gemodificeerde zetmelen (zie onder).

Gluten hebben geen E-nummer en zijn ook geen onderdeel van producten met een E-nummer.

  1. Is (gemodificeerd) zetmeel toegelaten in het glutenvrij dieet?
    • De meeste soorten zetmeel zijn van nature glutenvrij omdat ze van niet glutenbevattende grondstoffen gemaakt worden; aardappel, maïs, rijst, tapioca, … . Op de verpakking vind je de vermelding ‘zetmeel’ terug met al dan niet verwijzing naar de bron (aardappel, mais, rijst, tapioca, …). Indien zetmeel vervaardigt wordt uit een niet-glutenbevattende bron, dient deze bron niet vermeld te worden op het etiket.
    • Zetmeel kan ook uit tarwe vervaardigd worden; de eiwitten (en dus gluten) worden bij de productie van zetmeel grotendeels uitgeselecteerd, indien het tarwezetmeel nadien verder bewerkt wordt tot gemodificeerd tarwezetmeel gaat bij de chemische modificatie het overgrote deel van de nog-aanwezige eiwitten (gluten) verloren; dit gemodificeerd tarwezetmeel bevat dus zeer weinig tot geen eiwit en daarmee ook zeer weinig tot geen gluten. Helaas kan er omtrent het resterende glutengehalte geen 100% garantie gegeven worden; om die reden wordt tarwezetmeel alsook gemodificeerd tarwezetmeel niet als glutenvrij beschouwd. Als zetmeel geproduceerd wordt uit een glutenbevattend graan, moet dit verplicht op de verpakking worden vermeld vb.tarwezetmeel of zetmeel (van tarwe)  (richtlijn 2000/13/EG Europees parlement en raad).
    • Tarwezetmeel kan gecontroleerd glutenvrij geproduceerd worden. Het bevat dan minder dan 20 ppm gluten. Op het etiket vind je dan de vermelding ‘glutenvrij’ terug.
  2. Is mout, moutaroma of moutextract toegelaten in het glutenvrij dieet?
    • Mout wordt verkregen door gerst- of tarwekorrels te laten kiemen en daarna te drogen; tijdens dit ‘mouten’ worden de gluteneiwitten afgebroken door fermentatie, maar deze afbraak is niet volledig; mout, moutaroma of moutextract afkomstig van glutenbevattende graansoorten (vb. gerstmoutextract), kunnen dus nog gluten bevatten.
    • Moutaroma of moutextract is een bruine, zoetachtige stof die bij de indamping van een moutaftreksel overblijft. Als zulke extracten aangewend worden in zeer kleine hoeveelheden, is de totale hoeveelheid gluten in het eindproduct zo klein, dat het soms te verwaarlozen is; men gebruikt daarvoor de regel van de eerder vermelde Codex Alimentarius.
    • Dit is bijvoorbeeld het geval bij sommige soorten cornflakes waar moutextracten aan toegevoegd zijn: in deze cornflakes worden nog gluten aangetroffen die niet binnen de codexnorm voor ‘glutenvrij’ vallen, tenzij dit uitdrukkelijk vermeld wordt op de verpakking.
    • Om hieromtrent een betrouwbaar besluit te kunnen trekken, zijn verdere wetenschappelijke studies vereist.
  3. Wat betekent het als op de verpakking de uitdrukking staat: ‘kan sporen bevatten’?
    • Dit noemen we in het Engels de ‘May contain’-labelling. Het vermelden van de aanwezigheid van allergenen veroorzaakt door kruisbesmetting tijdens productie is niet verplicht, er is geen wettelijke regeling over. Bij een reëel risico op kruiscontaminatie met productvreemde allergenen moet er een waarschuwende tekst op de verpakking komen:
      • Dit voorkomt onverwachte reacties.
      • Deze waarschuwing dient alleen gebruikt te worden als er duidelijke aanwijzingen zijn om aan te nemen dat er kruisbesmetting optreedt.
      • De producent dient voorzorgsmaatregelen te nemen om contaminatie te voorkomen.Redenen om kruisbesmetting op de verpakking te vermelden zijn aldus:
        • Het is meetbaar (ook als het verwaarloosbaar is volgens de Codex!)
        • Het is onvermijdbaar
        • Sporadisch aanwezig in sommige producten maar niet in alle
        • Potentieel gevaarlijk (vb pinda)
        • Waarschuwende teksten zonder echte risico's zullen helaas steeds minder ‘serieus’ genomen worden.
  4. In hoeverre kunnen coeliakiepatiënten met deze regelgeving genieten van terugbetaling van dieetproducten?
    • Sinds 1 juni 2006 bij Koninklijk Besluit is er een tegemoetkoming. Deze is inmiddels verhoogd van 19 tot 38 euro per maand en het aanvankelijk verplichte voorleggen van aankoopbewijzen is vervallen; de tegemoetkoming is dus een forfait geworden.
    • Om van deze regeling gebruik te maken bezorgt de patiënt een volledig medisch verslag opgesteld door een erkend gastro-enteroloog, internist of pediater, gericht aan de adviserend geneesheer van het betrokken ziekenfonds. Het dient een duidelijke beschrijving van de diagnose, de gezondheidstoestand, resultaten van bloedonderzoek en dunnedarmbiopsie te bevatten, alsook identificatiegegevens van zowel patiënt als arts.
    • Deze adviserend geneesheer geeft toestemming tot vergoeding gedurende 24 maanden, na deze periode dient een verlenging aangevraagd te worden.

trooper

Sluiten